Met deze opdracht testen we de motorische basisvaardigheden. De opdracht bestaat uit twee deelopdrachten met telkens vier onderdelen die getest worden. De deelopdrachten zijn algemene balvaardigheid en algemene bewegingsvaardigheid.
Voor balvaardigheid worden de onderdelen gooien, vangen, dribbelen met de hand en dribbelen met de voet getest.
In het onderdeel bewegingsvaardigheid worden de onderdelen balanceren, rollen, springen en lopen getest.
In de volgende stap tonen we de verschillende oefeningen.
Motorische basisvaardigheden zijn een vereiste om actief deel te kunnen nemen aan de sport- en beweegcultuur. Ze zijn duurzaam leerbaar, houden rekening met eerdere ervaringen en kunnen worden verbeterd door te oefenen. Daarnaast zijn ze nadrukkelijk contextafhankelijk en hebben ze betrekking op specifieke situationele eisen van de bewegings-, spel- en sportcultuur.
Als basis voor deze proef werd het MOBAK-testinstrument gebruikt om motorische basisvaardigheden te beoordelen bij de leerlingen. Dit instrument werd in Duitsland ontwikkeld en wordt in verschillende Europese landen gebruikt.