BIJ DEELONDERZOEKSVRAAG 1
Om de ontwikkeling van handig hoofdrekenen in het bijzonder én wiskundig denken in het algemeen te stimuleren, reiken we enkele handvatten aan voor jouw klaspraktijk.
In de kleuterschool leggen leraren het fundament om te leren optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Gebruik actief rekentaal zoals meer, minder, evenveel, delen en stimuleer leerlingen om inzicht te verwerven in hoeveelheden en tellen. Meer achtergrondinformatie lees je in dit artikel over tellen en getalbegrip. Voor het reflecteren over afspraken op schoolniveau kan deze presentatie over tellen en getalbegrip je inspireren.
Wiskunde op een actieve manier beoefenen, stimuleert de motorisch-zintuiglijke ontwikkeling. Omgekeerd brengt een motorisch zintuiglijke verkenning van de werkelijkheid de oplossing van wiskundige problemen dichterbij. Denk maar aan deze bewegings- of ontdekspelen.
Voor meer voorbeelden uit de klaspraktijk van onze scholen verwijzen we graag naar de ZILL-bib . Wie nieuwsgierig is naar educatieve rekenspellen kan een blik werken op de suggesties van Anneke Noteboom (SLO).
Werk van concreet over schematisch naar abstract. Differentieer naar tempo, niveau en aanpak. Sommige leerlingen hebben langer concreet materiaal nodig, terwijl anderen al veel sneller op abstract niveau kunnen redeneren. Hou antwoordgerichte lessen sober en effectief, zodat je tijd en ruimte creëert voor probleemoplossend denken. Grijp ook kansen in de klas- en schoolomgeving om aan wiskundig denken en andere ontwikkelvelden te werken.
Wil je je verdiepen in wiskundedidactiek? Dan zijn dit enkele inspirerende werken: Effectief rekenonderwijs op de basisschool, Volgens Barton, Wiskunde=Wijs, Rekenonderwijs kan anders.
Zoek je inspiratie voor betekenisvolle wiskundelessen die de motivatie van leerlingen aanwakkeren? Bekijk dan zeker eens De Wiskundetrompet, Rekenen voor je leven, Alles = Wiskunde, Alice in Wiskunde Wonderland of onze reeks WISKUNST bij de praktijkvoorbeelden.
Voor cognitief sterk functionerende leerlingen voorzien methodes vaak uitdagend materiaal. Handvatten voor het versterken van de aanpak van cognitief begaafde leerlingen vind je onder meer in het handboek Ontwikkelen van cognitief talent of online zoals bij Slim leren leren, de Secret Math Society of Kangoeroe.
Schoolafspraken over didactiek zijn essentieel. Bijvoorbeeld over het aanbrengen van de deeltafels. Leraren vragen zich soms af op welke manier ze de deeltafels best aanbrengen: met de verhoudingsdeling of de verdelingsdeling? In het document Verhoudingsdeling of verdelingsdeling? krijg je korte en bondige informatie op basis waarvan je als school een keuze kan maken.
Ook duidelijke afspraken over verwoording helpen leerlingen in hun leerproces. Zo is het voor de meeste leerlingen erg verwarrend als ze in het eerste leerjaar leren over het bruggetje over tien, in het tweede leerjaar over het zakje van tien en bij de stagejuf over het ballonnetje van tien. We krijgen ook geregeld vragen over lijstjes van de te kennen rekentaal. Alle begrippen die moeten gekend zijn, zijn expliciet opgenomen in de leerlijnen van het leerplan. Gebruik vanaf de kleuterklas ook de juiste begrippen. Daarnaast verwijzen we graag naar het belang van taalgericht (vak)onderwijs. Zowel uit onderzoek als uit de praktijk blijkt immers een sterke samenhang tussen rekenen en taal.
Maak ook tijd voor het kiezen van een methode die past bij jouw schoolcontext. Deze kijkwijzer kan je hierbij ondersteunen.
In het leerplan is het onderhouden van parate kennis expliciet opgenomen tot op het einde van de basisschool. Hou antwoordgerichte oefeningen zoals bij de tafels uitdagend en tegelijkertijd sober en effectief. Enkele ‘recht-toe-recht-aan’ opdrachten op bijvoorbeeld een whiteboard of eenvoudige rekenspelletjes bevorderen het automatiseren en houden de motivatie hoog. De meeste methodes bieden ook een degelijk digitaal platform voor het (adaptief) inoefenen van hoofdrekenen. Kijk kritisch naar apps en kies voor sobere voorstellingen. Door antwoordgerichte leerstof to the point te houden, creëer je tijd en ruimte voor wiskundig denken, redeneren en toepassen zoals bij vraagstukken en meetcircuits.
Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften hebben recht op redelijke aanpassingen zoals het gebruik van een tafelkaart. Hou wel de lat voor élke leerling hoog. Ook leerlingen met rekenproblemen en/of -stoornissen kunnen tafels zoals die van 10, 2, 5, … automatiseren. Werk met een dynamische tafelkaart waarbij steeds meer oplossingen worden afgedekt. Op deze manier zien leerlingen zichzelf groeien: van ik kan het (nog) niet … naar: ik kan het!
Denk bij het inzetten van de tafelkaart ook goed na over het doel van je les. Bij een les cijferen of vraagstukken zet je een tafelkaart al sneller in dan bij een les hoofdrekenen.